- Ambities en goede voornemens hebben we als mensen vaak genoeg. Helaas zijn we zelf vaak de barrière voor de veranderingen die nodig zijn om die werkelijkheid te maken.
- In onze taal liggen de sleutels waarmee we die weerstand kunnen identificeren en opruimen.
- Kegan en Lahey identificeren zeven manieren waarop we taal gebruiken die als we die bewust wijzigen verandering veroorzaken.
- Het boek is bruikbaar om jezelf te ondervragen op de taal die je gebruikt en daarmee de wijze waarop je denkt. Weet je dat, dan kun je die woorden vervolgens aanpassen en zo blokkades opruimen.
- De aanpak in dit boek kun je voor jezelf gebruiken, maar ook in coaching of het gesprek met een goede vriend. Die taal is bij anderen vaak veel beter zichtbaar. Werk je als leider in een organisatie, dan kun je deze technieken ook gebruiken om impasses binnen teams en tussen afdelingen te doorbreken.
In hun boek Immunity to Change (2009) schetsen Robert Kegan en Lisa Laskow lahey hoe belangrijk het is je eigen veronderstellingen te kennen en – waar deze je tegenhouden – gericht te veranderen. Dat boek nam letterlijk hun hele carrière om geschreven te worden, schrijven ze in het voorwoord daarvan.
Immunity to Change is één van de beste managementboeken die ik ooit heb gelezen. Ik zette het eerder op nummer 1 van mijn boekentop-10 over 2018. Hier lees je het artikel waarin ik dit boek bespreek. Ik vat daarin ook de hoofdpunten samen.
Die carrière vat ik maar even voor het gemak samen als: onderzoeken hoe we als mensen vaak zelf de blokkade vormen voor onze eigen ontwikkeling en voor het bereiken van de doelen die we zeggen belangrijk te vinden. Eén van de mijlpalen in die carrière was het boek How the Way We Talk Can Change the Way We Work, dat acht jaar voor Immunity to Change verscheen.
Taal = denken
Wat is globaal de inhoud van dit boek? Het fundament ervan is de notie dat taal de weerslag van ons denken vormt.
Dat werkt twee kanten op. Enerzijds maakt taal zichtbaar hoe we denken. Aan de andere kant is taal een krachtig instrument om het denken van anderen en van onszelf te beïnvloeden. (Dit laatste effect herken je misschien uit de reclames die met woorden positieve emoties triggeren om je tot aankoop te verleiden en de politiek waarin met een paar, vaak nieuwe termen, een vraagstuk volledig anders geframed kan wordt.)
Denken is taal en taal is denken. Die combinatie kan gevaarlijk zijn. Omdat we met het verwoorden van onze veronderstellingen over hoe de wereld in elkaar zit, diezelfde veronderstellingen als comfortabele waarheid gaan zien.
Maar wat we denken zeker te weten, niet waar is?
Ook dan verstevigen we elke keer dat we haar uitspreken, de gedachte waarmee we ons zelf tegenhouden.
Lastig vallen
In mijn workshops gebruik ik vaak dit voorbeeld.
In de jaren dat ik zelf werkte als manager werd ik regelmatig gebeld door leveranciers. Die gesprekjes kostten me tijd (ik was meestal beleefd genoeg even hun verhaal aan te horen en fatsoenlijk een paar vragen te beantwoorden). Maar uiteindelijk paste hun aanbod vaak niet en moest ik nee zeggen. Daar kreeg ik wel steeds minder moeite mee. Maar toen had ik de negatieve associatie met verkoopgesprekken al gemaakt.
Tegenwoordig ben ik degene die belt. Om met mijn managementadviezen waarde te kunnen toevoegen, moet ik die wel onder de aandacht brengen. Regelmatig contact opnemen met mensen in je netwerk voelt echter altijd nog een beetje als lastig vallen. Geen handige gedachte, als je weet dat daar wel je volgende adviesopdracht vandaan kan komen.
Mijn oplossing bestaat uit drie dingen. Ten eerste maak ik meer gebruik van LinkedInberichten en email. Zo maak ik een afspraak om te bellen en weet ik dat mensen even tijd hebben genomen voor het gesprek. Krijg ik op zulke berichten geen antwoord, dan herhaal ik dat snel achter elkaar nog twee keer. Blijft een reactie uit dan laat ik het contact een paar maanden rusten. Het is blijkbaar te druk – het komt wel weer.
Bereik ik iemand tenslotte, dan vraag ik vaak expliciet of men het vervelend vindt dat ik zo aandring. Het antwoord is vaak iets als: ‘Nee joh, ik vind het leuk je te spreken, maar heb het zo druk dat ik vergeet terug te bellen. Fijn dat je me hielp herinneren!’
Myth busted!
Zeven manieren om taal te gebruiken
Kegan en Lahey hebben hun boek How the Way We Talk opgebouwd in zeven stappen. Ze noemen het zeven ‘talen’. Elke taal maakt op een bepaalde manier zichtbaar hoe je jezelf en anderen gevangen houdt in oude aannames en daarmee groei beperkt.
Elke ‘taal’ kun je bovendien ombuigen naar nieuwe inzichten waarmee je ruimte schept en je waarden werkelijkheid kunt maken. Dit zijn ze:
- Van klagen naar commitment. Zijn we niet tevreden met een situatie dan weten we daar vaak goed woorden aan te geven. Die woorden veranderen en positieve zinnen geven aan waar we voor staan, geeft energie en ruimte.
- Van verwijten naar persoonlijke verantwoordelijkheid. Door de situatie waarover we klagen te projecteren op een collega, klant, partner, leverancier of onszelf blazen we stoom af, maar komen we niet veel verder. Door je eigen rol daarin te verwoorden en positieve acties uit te spreken wel.
- Van goede voornemens naar concurrerende waarden. Goede voornemens lukken vaak niet, omdat we iets anders belangrijk vinden. Die strijd blijft vaak verborgen – we onderkennen het niet en zetten daarom niet het juiste gedrag in. Een paar keer in de week hardlopen is goed voor je, maar vraagt wel dat je even vaak als je sport, wat later op je werk bent of even geen aandacht aan je gezin kunt besteden. Is die concurrerende waarde sterker of moeilijk te beïnvloeden, dan zal het moeilijk worden dat sporten vol te houden. Of kun je ook samen gaan/thuis of op je werk sporten/een geschiktere tijd vinden/een andere activiteit vinden die minder tijd kost? Die oplossing vinden vraagt dat je eerst erkent dat er spanning zit tussen de verschillende dingen die je belangrijk vindt.
- Van veronderstellingen die ons gevangen houden naar veronderstellingen die we hebben. De auteurs gebruiken hier de term GROTE veronderstellingen (‘big assumptions’) voor de dingen waarvan we onomstotelijk aannemen dat ze waar zijn, waardoor we niet eens meer kijken of het misschien anders zit. Die aannames bezitten ons, houden ons gevangen. De kunst is je bewust te worden van zulke ‘waarheden’ en vervolgens te bewijzen dat er eigenlijk niets van klopt – door opnieuw objectief te kijken naar ervaringen uit het verleden en gericht te experimenteren.
- Van complimenteren en prijzen naar specifieke aandacht voor het goede. Complimenten voelen goed, maar aan een algemeen, vaag compliment heb je uiteindelijk helaas niet veel méér. Want degene voor wie het bedoeld is heeft geen idee wat hij of zij een volgende keer opnieuw zou moeten doen. En ook de anderen die het horen leren er niets van. Prijs je iemand, wees dan direct en specifiek en benoem gedrag en de effecten ervan niet als persoonlijke kenmerken.
- Van regels en politiek naar gezamenlijke overeenstemming. De beste omgeving voor waardevolle verandering zou geen regels en handhaving nodig moeten hebben. Handel daar ook naar (ook in woorden). Zo’n context heeft haar basis in een gemeenschappelijke visie hoe je samenwerkt en daar allemaal je steentje aan bijdraagt. Natuurlijk werkt dat niet altijd en zijn kaders nodig. En als er gecorrigeerd moet worden, regel dat dan niet één-op-één in achterkamertjes, maar wees transparant en open, zodat iedereen kan leren en elk incident bijdraagt in de integriteit van de organisatie.
- Van constructieve kritiek naar deconstructieve kritiek. ‘Feedback is goed’, is een voorbeeld van een GROTE veronderstelling. En ook de veronderstellingen die liggen onder de wijze waarop vaak feedback wordt gegeven, kunnen belemmeren dat er veel van geleerd wordt. Kritiek – ook opbouwende – is immers vaak normatief. De kritiekgever heeft gelijk en er is één ‘beste manier’ om iets aan te pakken. Of niet? Beter is het kritiek te zien als gezamenlijk onderzoeken welke keuzen gemaakt zijn en welk gedrag leidde tot welke effecten. Zo ontstaat een context waarin meerdere visies naast elkaar bestaan en waar iedereen van leert.
Wat ik van het boek vind
Kegan en lahey leggen met de eerste vier ‘talen’ in dit boek de basis voor de methode die ze verder uitwerkten – en met vele cases illustreerden – in hun boek Immunity to Change. Sterk aan How the Way We Talk is de nadruk op de taligheid van het denken, op de rol van taal bij de interactie met jezelf en anderen en daarmee ook op het effect van goed op je woorden letten en ze gericht inzetten.
Zo bewust luisteren en (her)formuleren, is een specifieke vorm van ‘herkaderen’ (zoals dat je bijvoorbeeld tijdens NLP-trainingen wordt geleerd), maar wel een vorm die minder vrijblijvend is. Het gaat namelijk om jouw manier van formuleren – over jouw klagen, beschuldigen, voornemens zonder veel kans en jouw concurrerende waarden.
Overigens is het onderscheid tussen enerzijds een negatieve weg van ontkennen, rationaliseren en weerstand bieden en anderzijds die van onderkennen, eigenaarschap nemen en zelf in actie komen niet nieuw. Ze lijkt bijvoorbeeld sterk op het personal accountability model van Mark Samuel die ook taal inzet om tot een andere mindset en daarmee tot positieve actie te komen.
Ook Steven C. Hayes, de wetenschapper die de Acceptatie en Commitment Therapie ontwikkelde, noemt in zijn boek Uit je hoofd in het leven twee ‘afslagen’ . Maar hij vindt woorden juist een kenmerk van de problematische weg, van de beheersings- en vermijdingscyclus. De andere – die van acceptatie en commitment – gaat juist samen met minder woorden. Die weg bestaat uit acceptatie en aanwezig zijn, persoonlijke waarden (die dan wel weer in woorden worden uitgedrukt), commitment in de vorm van actie en vervolgens flexibiliteit en groei. (Waarna je vaak opnieuw een keuze hebt en de cyclus opnieuw begint.)
In hun boek How the Way We Talk leggen Robert Kegan en Lisa Lasow Lahey wel meer dan deze twee auteurs de nadruk op de effecten van taal. En dat is een krachtige boodschap, die ze op tal van manieren met praktijkcases illustreren en aanvullen met praktische oefeningen om je eigen woorden goed te bekijken en te corrigeren. Het is daarmee ook een praktische handleiding geworden om direct anders te kijken naar jezelf, naar de waarden waar je voor staat en naar de actie die je moet (kunt) nemen.