- We leven in een tijd van overvloed. Die hebben we te danken aan het kenniswerk waarvoor we vooral de linkerhelft van ons brein gebruiken. Dit werk wordt bedreigd door outsourcing en automatisering.
- De toekomst is aan mensen die ‘high concept, high touch’ denken en werken. Zij gebruiken hun hele brein, dus naast de linker- ook de rechterhelft.
- De vaardigheden die nodig zijn in de 21e eeuw noemt Pink: Design, Story, Symphony, Empathy, Play en Meaning. Het zijn fundamenteel menselijke kenmerken, die iedereen (verder) kan ontwikkelen.
- A Whole New Mind is een vlot geschreven en deels ook subjectief boek, dat tal van nieuwe inzichten geeft voor mensen die hun vaardigheden in deze richting willen ontwikkelen of gewoon hun werk leuker willen maken. Voor zichzelf en hun collega’s.
Eén van de dingen die ik me had voorgenomen te doen tijdens ons verblijf voor vijf maanden in Schotland is een aantal boeken te lezen die nog op mijn lijstje stonden (en al op een stapel lagen – ik koop sneller dan ik lees).
Eén van die boeken is A Whole New Mind. Het is al in 2006 geschreven door Daniel H. Pink. Ik las de in 2012 geactualiseerde versie. Pink kende ik vooral van Drive, zijn boek uit 2009 over wat mensen motiveert.
De formule van A Whole New Mind is dezelfde. Vanuit nieuwsgierigheid zoekt Pink naar de achtergronden van een verschijnsel. Hij doet onderzoek en spreekt met mensen. Voor de stof die hij verzamelt ontwikkelt hij een prettige structuur waarin hij de informatie presenteert.
‘High concept, high touch’
En het is belangrijke informatie. Zijn betoog is als volgt.
We leven in een periode waarin kenniswerk ons overvloed heeft gebracht. Daarvoor is vooral de linkerkant van ons brein nodig. Het is deze rationele, analytische en logische kant van onze hersenen die ons succesvol heeft gemaakt.
In de 21e eeuw is dat niet meer genoeg. In tijden van overvloed voldoet ratio niet meer. Door outsourcing en automatisering verdwijnt juist het werk dat we met die analytische kant van het brein zo goed kunnen.
Iedereen zou zich daarom de volgende drie vragen moeten stellen, vindt Pink:
- Kan iemand overzee mijn werk goedkoper doen?
- Kan een computer mijn werk sneller doen?
- Wat heb ik te bieden waar vraag naar is in dit non-materialistische, transcendente tijdperk van overvloed?
De toekomst is aan mensen die naast hun vaak goed ontwikkelde linkerhersenhelft ook de rechter gebruiken. Dat maakt hen wat Pink noemt ‘high concept, high touch’. High concept doet je patronen en kansen zien, artistieke en emotionele schoonheid creëren, verhalen maken en ideeën combineren tot iets nieuws. High touch omvat het vermogen empathie te hebben met anderen, de subtiliteiten van menselijk interacties aan te voelen.
Six senses
In het tweede deel van het boek beschrijft Pink de ‘Six Senses’, de zes essentiële vaardigheden waarmee je op de toekomst bent voorbereid. Elk van deze ‘zintuigen’ wordt uitgewerkt in een hoofdstuk. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een ‘portfolio’ met oefeningen, tips en literatuur om dat zintuig te ontwikkelen.
De senses die Pink onderscheidt, zijn:
- Design. De mensen geeft vorm aan zijn omgeving, maar de logica daarvan is veranderd nu goede kwaliteit en een redelijke prijs vanzelfsprekend zijn. Er wordt nu geconcurreerd op (onuitsprekelijke) kenmerken als eigenaardigheid, schoonheid en betekenis in de zin dat het bijdraagt in het leven van mensen.
- Story. ‘Verhalen zijn gemakkelijker te onthouden, omdat verhalen zijn hoe we dingen onthouden’, schrijft Pink. Het vult analytisch denken aan met emoties en een dieper begrip.
- Symphony, in de betekenis van synthese, het grote plaatje zien en het ‘verband tussen de verbanden’. Het is de basis voor systeemdenken, het gestalt zien, holistisch denken.
- Empathy, ofwel het invoelen van iemand, voelen wat het is om die persoon te zijn. Het vraagt verbinding en het loslaten van je eigen overtuigingen en regels.
- Play. Dit hoofdstuk is gewijd aan gaming, humor en joyfulness. De laatste in de betekenis van genieten. Van elk moment.
- Meaning. Pink neemt de positie over van Viktor Frankl in zijn boek Man’s Search for Meaning: de fundamentele drijfeer van mensen is betekenis te geven aan hun leven. Dat kan in onze tijd van overvloed ook meer dan in het verleden mogelijk was. Pink adviseert ons je spiritualiteit èn je eigen geluk serieus te nemen en verwijst onder meer naar inzichten uit de positieve psychologie.
Van links naar rechts
Wat vond ik van dit boek?
Allereest kijk ik met bewondering naar de structuur en het taalgebruik van de schrijver. In zijn korte biografie lees je altijd dat hij speechwriter voor Al Gore is geweest. Dat is te merken. Pink schrijft gestructureerd en pakkend. Inzichten illustreert hij met verhalen en hij strooit gul met literatuurverwijzingen en namen van experts.
De keerzijde daarvan is dat het een wel erg subjectief boek is. Je ziet het al aan de raakvlakken en het overlappen van de senses. Het onderscheid van de zes ‘zintuigen’ heeft Pink zelf aangebracht en wringt hier en daar. Is dat erg? Ik vind van niet. De informatie blijft belangrijk en pakkend beschreven. En zijn boek stimuleerde me enorm om verder te zoeken. Waarbij de ‘portfolio’s’ met verwijzingen je direct helpen.
In de tweede plaats vond ik wat Pink beschrijft zeer herkenbaar. En hij verwoordt wat ik ook wel als een persoonlijke uitdaging zie. Ik ben altijd best goed geweest in de rationeel analytische benadering waar ik in mijn vak veel mee te maken heb. Maar ik ben uiteindelijk wel gaan missen waar we het voor doen (Pink noemt dat meaning) dat wat je maakt ook mooi mag zijn (design) en dat je het gewoon leuk kan hebben met elkaar (play). En dat als je je aandacht zo verschuift er onvermoede deuren open gaan.
Natuurlijk heb ik ernaar gezocht dat in meer in mijn werk in te brengen – en veel van de verwijzingen in het boek kende ik dan ook (ik kom hier zo nog even op terug). Maar het is fijn dat nog eens te lezen en – vooral – een hele verzameling nieuwe ideeën aangereikt te krijgen die je daarbij kunnen helpen.
Herkenning
A Whole New Mind verwijst vooral veel naar wat anderen over specifieke onderwerpen hebben uitgevonden. Heb je zoals ik de neiging je te verdiepen in hoe de menselijke natuur werkt, dan zul je veel bekenden tegenkomen.
Voor mij waren dat (ik noem de drie voor mij meest tekenende voorbeelden):
- Daniel Goleman die betoogde dat de rationeel-analytische intelligentie die als IQ wordt gemeten lang niet het enige is dat je succesvol maakt. Hij introduceerde het begrip Emotionele Intelligentie voor het belang je in te leven in wat mensen beweegt en met hen echt contact te maken.
- Mihalyi Csikszentmihalyi is bekend van het begrip flow, een staat waarin je zo opgaat in een activiteit dat je tijd en plaats vergeet, heel productief bent en een hoog niveau aan geluk ervaart.
- Paul Ekman deed onderzoek naar het verband tussen emoties en gezichtsuitdrukkingen en toonde aan dat beide universeel zijn en dus niet cultuurafhankelijk. Ze worden ‘gelezen’ met de rechterhersenhelft.
Zulke bekenden zul jij ook tegenkomen in het boek. Maar ik ben ervan overtuigd dat iedereen ook nieuwe inzichten zal opdoen en nieuwsgierig wordt daar meer over te weten. Voor mij waren dat bijvoorbeeld deze (ik noem er weer drie):
- George Lakoff deed onderzoek naar hoe we omgaan met metaforen. Zijn stelling: we hebben (in onze huidige tijd) de metafoor verbannen vanuit het domein van redeneren, terwijl menselijke denkprocessen juist grotendeels metaforisch zijn. Het zelfs zo dat ‘een groot deel van het komen tot zelfbegrip bestaat uit het zoeken naar passende metaforen om de zin van ons eigen leven te beschrijven.’
- Ian Mitroff die onderzoek deed naar waarden op de werkvloer. Hij kwam erachter dat mensen hun persoonlijke waarden graag meenemen naar het werk. Maar ze (we) denken dat dat niet op prijs wordt gesteld, waardoor heel weinig mensen dat doen.
- Betty Edward schreef het boek Drawing on the Right Side of the Brain. Haar stelling: als we tekenen hebben we de neiging de symbolen gebruiken die je als kind hebt meegekregen op papier te zetten. Maar tekenen is weergeven wat je werkelijk ziet. Als je dat doet schakel je van je linker- naar je rechterhersenhelft!
Tenslotte
A Whole New Mind is een al wat ouder boek, dat echter nog steeds actueel, interessant en inspirerend is. De schrijver betoogt dat we leven in een tijd van overvloed, maar het kenniswerk waaraan we dit danken wordt bedreigd door diezelfde overvloed, door outsourcing en door automatisering.
De toekomst is aan mensen die ‘high concept, high touch’ denken en werken. Zij gebruiken hun hele brein, dus naast de linker- ook de rechterhelft. En zij hebben de vaardigheden ontwikkeld die nodig zijn in de 21e eeuw noemt Pink: Design, Story, Symphony, Empathy, Play en Meaning.
A Whole New Mind is vlot geschreven en deels ook subjectief. Het geeft tal van nieuwe inzichten voor mensen die hun vaardigheden in deze richting willen ontwikkelen of gewoon hun werk leuker willen maken. Voor zichzelf en voor hun collega’s.